De croissant
Column Natasja de Vrind
Ooit het symbool voor luxe, tegenwoordig bijna boegbeeld voor armoede. Vijf stuks voor één euro in een vettige, bruine zak met doorkijkvenster.
Op de basisschool waar ik werk, is dit voor een aantal leerlingen regelmatig het tienuurtje of zelfs de lunch. Dit zorgde voor lichte ergernis: het ene kind zat dus ‘lekker’ aan de croissants, terwijl het andere ‘gewoon’ een bruine boterham at (met een schuin oog naar die bruine zak).
Voorzichtige pogingen om ouders op andere gedachten te brengen, waren zonder succes. We verwachten toch dat ouders in voeding rationele keuzes maken? Dat klopt, maar wat blijkt? In gezinnen met een krap budget spelen dagelijkse voedselkeuzes vaak een grotere rol dan men van buitenaf denkt. Waar voedingsdeskundigen het belang van volkorenproducten benadrukken, kiezen sommige ouders toch voor croissants of witbrood.
Waarom? Hun kinderen protesteren minder tegen croissants dan tegen een stevige volkorenboterham. Ouders die al veel stress ervaren rondom geld, willen vaak conflicten vermijden en kiezen voor wat zeker wordt opgegeten. De keuze voor croissants boven bruinbrood zegt dus minder over onwetendheid en onverschilligheid – en meer over de combinatie van financiële druk, sociale verwachtingen en het verlangen kinderen toch iets lekkers te bieden.
Als fan van de boeken van De Correspondent, bracht Armoede uitgelegd aan mensen met geld van Tim ’s Jongers mij tot dit inzicht. Hij benadrukt: “Veroordeel de frikandelleneter niet. Als verse broccoli rond de vijf euro per kilo is en een doos frikandellen nog geen drie, dan is de keuze met een smalle beurs en een hoofd vol stress snel gemaakt. Het is juist een heel rationele keuze: het is goedkoop, vult de maag en gegarandeerd dat je kinderen hun eten opeten.”
Ik zeur inmiddels niet meer over de bruine zak en met het aanbod van schoolfruit zorgt de juf ook nog voor de nodige balans!
Natasja de VrindFreelance schrijver en leraar PO bij Laurentiusstichting, Delft





