De kern van spelling is het omzetten van een klank naar een teken. Ondanks het feit dat we in de Nederlandse taal te maken met veel onregelmatigheden, waarbij de letterlijke klank-tekenkoppeling niet op gaat, is het heel logisch om het luisteren naar woorden als uitgangspunt te nemen in de spellinglessen. De praktijk laat, door de invloed van leermiddelen en methodes echter vaak iets anders zien; ze starten met het aanbieden van het (visuele) teken!
Hoe begin jij jouw spellinginstructie? Laat je al snel woorden op het bord zien?
Hiermee mis je de essentiële stap om goed te leren spellen: luisteren naar het woord en het woord kunnen analyseren op klanken. Als het woord al opgeschreven is verschuift de focus van auditief {in het woord /been/ hoor ik de {ee}, dat is een lange klank) naar visueel (bij het woord /been/: “De /ee/ is een lange klank, want ik zie er twee). Hierdoor ontwikkelen de leerlingen onvoldoende die luistervaardigheid die nodig is om de essentiële kenmerken in het klankbeeld van het woord te herkennen. Ze ontwikkelen onvoldoende hun spellingbewustzijn.
Het doel van de spellinglessen is, om vanuit het auditieve uitgangspunt de verbinding te gaan maken naar de spellingafspraken en –moeilijkheden, dit om te zetten naar tekens (opschrijven van het woord) en het geleerde te generaliseren naar andere dan de aangeboden woorden. Het spellingbewustzijn wordt ontwikkeld door volgens vaste routines en stappen deze metacognitieve vaardigheden in te slijpen.
Stappenplan
Een effectief stappenplan bestaat uit de volgende vijf fasen:
Stap 1: Spreek het woord hardop uit en luister naar het woord
Stap 2: Welke klanken herkennen je in het woord?
Stap 3: Welke aandachtspunten, valkuilen, ezelsbruggetjes of regels, die met het woord verbonden zijn, herken je?
Stap 4: Schrijf het woord op
Stap 5: Controleer of wat er staat, klopt met het woord dat je hoort
Naar opbrengsten bij spelling
Ben jij zoekende naar de juiste ingang om de opbrengsten bij spelling te verhogen? Heb je het gevoel dat er meer uit de spellinglessen te halen valt?
Ga eens voor jezelf na of je, naast het analyseren van spellingfouten die gemaakt zijn door de leerlingen, ook al kritisch gereflecteerd hebt op:
- Je eigen leerkrachtgedrag tijdens het geven van instructie en feedback: eerst de klanken, dan de tekens!
- Een nadere analyse op de verschillende onderdelen van de CITO-toets Spelling. De toets bestaat uit een dictee en een deel meerkeuzevragen. Hoe zijn de verschillende onderdelen door de leerling gemaakt op deze toets? De totaalscore geeft dit namelijk niet aan. Het startdeel, het dictee, toetst echt of leerlingen kunnen spellen (een woord juist opschrijven is namelijk het kunnen omzetten van klanken naar tekens). Het herkennen van het fout-geschreven woord in meerkeuzevragen doet meer een beroep op woordkennis en leesvaardigheid dan op spellingvaardigheid en het spellingbewustzijn van leerlingen. Wanneer de woorden uit de meerkeuzevragen van deze toets gedicteerd worden aan leerlingen, geeft dit vaak een heel ander resultaat dan het aankruisen van het fout-geschreven woord (Schraven, Bosman en Van Eekhout, 2010). Probeer het maar eens bij jouw leerlingen!
- De transfer van het aangeleerde bij spelling naar schrijven buiten de spellinglessen. Komen jouw leerlingen voldoende toe aan het zelf schrijven van teksten? Zie je het belang van stellen als continue motor voor het spellingbewustzijn van leerlingen? Is er voldoende tijd voor stellen? En ben jij (en daarmee jouw leerlingen) je bewust van de verschillende fasen in het schrijfproces en de plek van spellen bij het stellen? Zijn de stelopdrachten uit de methode voldoende betekenisvol en functioneel?
Het spellen toepassen in functioneel schrijven!
Door herhaling, oefening en toepassen van spelling buiten de spellinglessen leren kinderen waar en wanneer je de spellingregels moet hanteren en wat het belang daarvan is.
Vergelijk het maar eens met lezen. Als kinderen net leren lezen is het lezen nog een doel op zich. Je ziet een hoop tekens en leert geleidelijk aan hoe deze om te zetten naar klanken en klankgroepen. Wanneer de klankgroepen samensmelten tot woorden en woordgroepen en het lezen vloeiend verloopt, dan wordt het lezen een middel tot het uiteindelijke doel van lezen: het begrijpen, beleven en doorgronden van een tekst. Kinderen zijn aan het denken tijdens het lezen.
Wat wil je bereiken met je spellinglessen? Aanvankelijk is het doel dat leerlingen in de lessen de spellingregels (her)kennen en toepassen en daarmee spellingbewustzijn ontwikkelen. Het uiteindelijke doel is echter het kunnen hanteren en gebruiken van de spellingregels bij het schrijven van eigen teksten. Spelling is dan het middel.
In de context van leren, leven en werken is het in de toekomst voor onze leerlingen noodzakelijk dat ze een correct geschreven sollicitatie kunnen schrijven, met collega’s en medeleerlingen kunnen uitwisselen via mail en sociale media. Wanneer je als leerling twijfelt aan de schrijfwijze van een woord kun je terugvallen op de spellingregels en je spellingbewustzijn (welke stappen moet ik zetten om achter de juiste schrijfwijze te komen?).
Het hoofddoel voor de spellinglessen is zodanig spellingbewustzijn te ontwikkelen bij leerlingen dat de focus op spelling verschuift van doel naar middel. Goed stelonderwijs is voorwaardelijk om gemotiveerde en reflecterende schrijvers te creëren. Onvoldoende transfer vanuit de spellinglessen naar betekenisvolle schrijfsituaties kan een verklaring zijn voor tegenvallende spellingopbrengsten. Het stelonderwijs heeft vaak te lijden onder de druk van meer prestatiegerichte en meetbare vaardigheden in het onderwijs, zoals lezen, spelling en rekenen. Het toegepast spellen is niet direct te meten met objectieve meetinstrumenten, maar door te kijken naar het schrijfgedrag van je leerlingen, te praten over tekstsoorten en schrijfwijzen en leerlingen te enthousiasmeren voor daadwerkelijk te publiceren teksten kom je ontzettend veel te weten.
Trainingen
Een verdere verdieping op bovenbeschreven visie en uitgangspunten, een praktische vertaalslag voor jouw groep of school en veel tips en trucs zijn uitgewerkt in onze trainingen. Hierin besteden we naast de onveranderlijke woorden (weetwoorden, regelwoorden, net als – woorden, weetwoorden) ook aandacht aan de veranderlijke woorden (werkwoordspelling).
Praktisch aan de slag!
Wil je nu al aan de slag met het aanscherpen van jouw spellingonderwijs. Lees hier alvast enkele tips voor de praktijk:
- Werk met een klankenschema! Een overzicht waarin de verschillende groepen van klanken zijn geordend (korte klanken, lange klanken, tweetekenklanken, medeklinkers, …). Er zijn kant en klare klankenschema’s te krijgen, maar beter nog kun je het klankenschema samen met jouw leerlingen opzetten en uitbouwen. Dit kan in alle groepen, zelfs al bij de kleuters. Zorg er wel voor dat dit schoolbreed wordt gehanteerd!
- Start de spellingles auditief! Geef het lesdoel aan. Start met het noemen van het (categorie)woord. Schrijf het woord (nog) niet op het bord! Analyseer op gehoor welke klanken en klankstukken er in het woord voorkomen. Doe dit als leerkracht eerst voor en daarna samen met de leerlingen. Bespreek in welke klankgroep de klanken horen en wijs de klanken aan in het klankenschema.
- Introduceer het stappenplan als vaste routine in je spellinglessen, waarbij de volgorde van luisteren, nadenken, kijken, schrijven, reflecteren steeds wordt voorgedaan door de leerkracht in de (verlengde) instructie. Het oefenen van de spelling volgens deze stappen kan ook heel eenvoudig met www.bloon.nl
- Leerlingen ontwikkelen spellingbewustzijn als zij samen de gelegenheid krijgen om te praten over de moeilijkheden in een woord. Een eenvoudige werkvorm hiervoor is het vijf-woorden dictee:
1. Leerkracht selecteert vijf woorden van korte of langere tijd geleden of woorden waar de groep nog moeite mee heeft
2. Leerkracht dicteert de woorden
3. Leerlingen schrijven de woorden op
4. Leerlingen leggen aan elkaar uit waarom ze het woord zo geschreven hebben
5. Leerkracht laat juiste schrijfwijze zien - Het samenwerken kan gestimuleerd worden door het inzetten van coöperatieve werkvormen.
Meer weten over dit onderwerp? Mail met Ilse Meelker, adviseur en opleidingsdocent OMJS