KLIJFlab koppelt neuropsychologie aan leren en ervaren in de onderwijspraktijk
Uit OMJS magazine editie 6
Tekst: Annelies van der Woude
Onderwijsprofessionals die nieuwsgierig zijn naar de werking van de hersenen en de manier waarop kinderen optimaal leren, kunnen vanaf komend schooljaar terecht in het KLIJFlab bij OMJS in Helmond. In dit nieuwe lab laat neuropsycholoog Noortje Muselaers onderwijsprofessionals zien en ervaren hoe zij inzichten uit de neuropsychologie kunnen vertalen naar hun onderwijsaanbod en manier van lesgeven.
In de afgelopen jaren ontwikkelde Noortje verschillende materialen en gaf ze trainingen aan leraren over onderwijs dat beklijft in de hersenen. Ze bedacht tevens het concept KLIJFlab, dat ze vanaf nu verder uitbouwt met – en onder de vlag van – OMJS. “Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder”, aldus Noortje. Ze hoopt dat het KLIJFlab gaat bijdragen aan de verspreiding van inzichten over de werking van het brein – inzichten waar onderwijsprofessionals veel profijt van kunnen hebben. Niet omdat ze nóg meer dingen moeten doen, integendeel. Wie beter begrijpt hoe de hersenen werken, snapt volgens Noortje ook dat het onderwijs juist gebaat is bij minder: “Less is more, is mijn pleidooi. De hele dag benutten om dingen te leren werkt averechts. Op den duur is het brein verzadigd en heb je tijd nodig om dingen te laten landen en een plekje te geven. Stop met doordenderen en geef datgene wat je doet de kans om ook echt krachtig te verankeren in het leerlingenbrein.”
Liedje
Volgens Noortje is het belangrijk om te weten dat er in de hersenen altijd verbindingen worden gebouwd. “Naarmate ergens meer aandacht voor is, worden die verbindingen sterker. Tegelijkertijd denken hersenen ook constant in een complex geheel van allerlei verbindingen samen, in patronen van dat wat je hoort, ziet, ruikt, proeft en voelt op een bepaald moment. En hoe meer zintuigelijke ervaringen tegelijkertijd binnenkomen, des te krachtiger het patroon dat de hersenen maken. Wanneer in de toekomst een stukje van dat patroon wordt aangesproken, bijvoorbeeld door een geur of een liedje, dan wordt het hele patroon geactiveerd. Dus als jij terugdenkt aan een bepaalde vakantie omdat je een liedje van toen op de radio hoort, dan ben je meteen terug bij het hele patroon van wat je destijds ervaren hebt: waar je was, met wie, of je verliefd was of niet en ga zo maar door.”
”De hele dag benutten om dingen te leren werkt averechts.
Gatenkaas
Wanneer Noortje dit bespreekt met onderwijsprofessionals en de vertaalslag maakt naar het onderwijs, dan komen leraren dikwijls tot de conclusie dat veel van wat ze aanbieden niet beklijft in het leerlingenbrein, omdat de lesstof geen kans krijgt om een krachtig hersenpatroon te worden. Lesroosters zijn erg vol, waardoor veel lesstof snel en vluchtig aan bod komt en niet-behandelde lesstof regelmatig meegaat als huiswerk. Daarnaast bieden ook steeds meer scholen individuele maatwerk- en excellentietrajecten aan. “Scholen maken elkaar een beetje gek met alles wat opgetuigd moet worden”, aldus Noortje, “omdat iedereen denkt dat leerlingen steeds opnieuw uitgedaagd moeten worden. Voor het brein is dat heel gek. Je kunt niet verder bouwen op hersenpatronen die er niet of niet krachtig liggen. Dan bouw je voort op gatenkaas.”
Onbewust herhalen
Noortje kan het niet vaak genoeg uitleggen: dat wat je niet onderhoudt, dooft gewoon uit. Het vervliegt. En daarom moet je blijven herhalen. “Kleine kinderen vragen er letterlijk om: ‘nog een keer, nog een keer!’ Maar als kinderen ouder worden, lijkt herhalen ineens ongepast te zijn, iets wat je niet meer doet. We zijn allemaal heel trots als een leerling in één keer iets begrijpt. Maar als je wat achterloopt, wordt dat vaak als iets heel negatiefs gezien, óók door ouders. Ik vraag me dan altijd af: is de stof wel genoeg herhaald?” Een component die volgens Noortje in het onderwijs dikwijls vergeten wordt, is de impact van ‘onbewust herhalen’: “Invloeden die je van thuis meekrijgt, zorgen ook voor patronen in de hersenen, waardoor een kind onbewust al van alles weet over – bij wijze van spreken – politiek, muziek of huisdieren. In het onderwijs zijn we vrij snel geneigd om te zeggen: ‘Och, dat is een slimmerik.’ Maar ik vraag me dan af of die leerling niet gewoon voortbouwt op patronen die onbewust thuis al gelegd zijn. Het hoeft niet iets te zijn wat aangeboren is.”
”Scholen maken elkaar een beetje gek met alles wat opgetuigd moet worden
Thuissituatie
“Ieder gezond brein zich kan ontwikkelen. Het is maar net welke invloeden tot je komen. Dat betekent – bijvoorbeeld – dat je kinderen die geen ideale thuissituatie hebben of die heel grofgebekt zijn, in een onderwijssituatie wel degelijk in een ander patroon kunt krijgen. Dat andere patroon kun je namelijk met ze bouwen”, aldus Noortje. “Wees alleen niet verrast als ze ineens in hun andere patroon schieten. Patronen zijn heel sterk. Hoe krachtiger ze gelegd zijn, hoe vaker ze bewust of onbewust herhaald zijn, des te sneller je er inschiet. Daar kun je niks aan doen, dat gebeurt ons allemaal. Bovendien is het de normaalste zaak van de wereld om af en toe de lesstof verkeerd te interpreteren of verkeerde aannames te doen. En het zou ook heel normaal moeten zijn om iemand bij te sturen die iets verkeerd interpreteert in onze ogen. Durf iemand bij te sturen op een directe, constructieve wijze.”
Spanningsveld
In haar trainingen merkt Noortje dat steeds meer leraren zich afvragen waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Desondanks gaan ze toch door met wat ze doen, omdat iedereen dat doet. Leraren zitten als het ware gevangen in het systeem. Precies dat spanningsveld wil Noortje ombuigen, enerzijds door het delen van inzichten en anderzijds door het bieden van ervaringen in het KLIJFlab. Hoe zou je bijvoorbeeld een les zo kunnen aanbieden dat de stof beter beklijft? Wat doe je met de indeling van de dag of de inrichting van de ruimte? Welke patronen gaan ‘aan’ als je in een andere ruimte komt? Op school gedraag je je tenslotte anders dan in een kerk of bioscoop. “In het KLIJF-lab kunnen leraren dergelijke dingen ervaren”, aldus Noortje, “en omdat mensen uit hun vertrouwde omgeving stappen, schieten ze zelf ook minder snel terug in hun vertrouwde patronen. Bovendien zullen nieuwe ervaringen beter beklijven.”
Het KLIJFlab
Het KLIJFlab wordt een plek waar onderwijsprofessionals al hun zintuigen op scherp mogen zetten en waar zij zowel gaan leren als beleven. Aan de hand van beeld- en geluidsfragmenten ervaren leraren wat er gebeurt in de hersenen en wat een effectieve aanpak kan zijn voor het onderwijs. Tussentijds krijgen zij steeds een spiegel vanuit de neuropsychologie voorgehouden. Prikkel je op het juiste moment? Richt je je aandacht goed? Heeft het leerlingenbrein de kans gekregen om een krachtig patroon te maken? Heb je tijdig gesignaleerd dat het misgaat bij een leerling en stuur je ook bij?
Aan de slag?
Het lerende brein ontrafeld
Op deze KLIJFdag leer je door een neuropsychologische bril naar onderwijsvraagstukken te kijken. Vanuit een leerlingcasus verdiep je je in de werking van haar hersenen en welke invloed de houding en het gedrag van haar leraar daarop heeft.
Het lerende brein uitgediept
Ontdek tijdens deze training het effect van wat jij denkt, zegt en doet op de hersenen van jouw leerlingen. Verken waar jij -onbedoeld en onbewust!- op de verkeerde knoppen drukt en hoe je dat om kan buigen.