Geschreven door Annelies van der Woude
Een leerling die zelfregulerend kan leren, is mede-eigenaar van zijn eigen leerproces. Hij weet waarom iets werkt voor hem of niet, hij weet wat hij wil leren en aan welk doel hij wil werken. Zelfregulatie draagt eraan bij dat leerlingen verantwoordelijkheid nemen en gemotiveerder zijn om te leren. Jenneken van der Mark en Kim Gerats schreven samen het boek Zelfregulatie in een notendop, waarin ze laten zien wat je als leraar kan doen om deze vaardigheid schoolbreed tot ontwikkeling te brengen.
Centraal in het boek staat het waarom van zelfregulatie. Waarom zouden leerlingen op jouw school zelfregulatie moeten ontwikkelen? Waarom vinden jullie dat belangrijk? Kim: “Als je daar teambreed antwoord op kunt geven, dan kun je ook gaan nadenken over de vraag ‘hoe ziet dat er dan uit voor ons?’ Wat willen we onze leerlingen meegeven? En hoe pak je dat aan als school of leraar?”. Ze vervolgt: “Die bewustwording is cruciaal, want het ontwikkelen van zelfregulatie bereik je niet door klakkeloos wat leuke tools over te nemen.”

Auteurs Kim Gerats en Jenneken van der Mark
Bij zelfregulatie vormen de mogelijkheden van de leerling het uitgangspunt. De lesmethodes en toetsen zijn daaraan ondergeschikt. Voor leraren die altijd de methode volgen en leraar-gestuurd lesgeven, kan het daarom soms lastig zijn om leerlingen meer ruimte te geven. “Veel leraren vinden het moeilijk om los te laten”, ervaart Jenneken. Kim vult aan: “Sommige leraren zijn bang dat ze de gestelde leerdoelen niet halen wanneer ze het anders gaan doen dan ze gewend zijn. Als ze op de hun vertrouwde manier hoge resultaten halen, dan begrijp ik dat er leraren zijn die zeggen: ‘waarom moet ik dit ineens anders gaan doen?’” Kim vervolgt: “het gaat om veel meer dan kennisoverdracht. Wie hiermee aan de slag wil, zal iets moeten doorbreken. En dat begint met bewustwording.”
“Zelfregulatie kan tot ontwikkeling komen als een leraar aandacht besteed aan het geven van goede feedback en daarnaast ook aandacht heeft voor de ontwikkeling van de executieve functies van de leerlingen”, aldus Kim, “denk aan leren plannen, leren organiseren en leren om een reactie uit te stellen als dat nodig is. Daarnaast gaat het ook om de ontwikkeling van metacognitie: leren leren, weten hoe je leert en waarom je leert. Tenslotte gaat het om motivatie: hoe zorg je ervoor dat leren niet voelt als iets wat moet, maar dat leerlingen juist gemotiveerd zijn om iets nieuws te leren?”
“Een leraar die zelfregulatie tot ontwikkeling wil brengen, stelt de leerling centraal en leert hen om woorden te geven aan dat wat ze doen en wat er met hen gebeurt als ze aan het leren zijn. Wat vinden ze fijn? Welke manier van leren past bij hen?”, aldus Jenneken, “die rol vraagt om een leraar met een open en onderzoekende houding; niet om een leraar die alles bepaalt.” Kim vult aan: “Natuurlijk vraagt de ene leerling om meer sturing dan de andere, maar in principe kan een leraar in alle groepen en op alle onderwijsniveaus met zelfregulatie aan de slag. Veel heeft te maken met jouw houding als leraar. Hoe benader jij de leerlingen? Hebben de leerlingen een stem bij jou in de groep? En wat doe je daarmee? Hoe eerder je een leerling een stem geeft, hoe eerder zij zelf kunnen aangeven waar ze aan toe zijn. Bovendien ervaart de leerling: dit is van mij.”
Wie het over zelfregulatie heeft, heeft een breed begrip te pakken. In de publicatie Zelfregulatie in een notendop kiezen Jenneken van der Mark en Kim Gerats voor een laagdrempelige benadering. Ze bespreken de meest essentiële aspecten vanuit de theorie en praktijk. Met aansprekende praktijkvoorbeelden helpen ze leraren op weg om met het zelfregulerend vermogen van leerlingen aan de slag te gaan.