Skip to main content

Zoek de uitdaging in hoogbegaafdheid!

Uit OMJS Magazine #9
Tekst: Floortje Dekkers

De landelijke overheid heeft hoogbegaafdheid hoog op de agenda staan. Minister Wiersma stuurde eind 2022 een kamerbrief met daarin de uitwerking van het plan van aanpak rond hoogbegaafdheid. Hierin gaat het vooral om zaken als meer erkenning, kennis delen, een beter aanbod mogelijk maken en maatwerk leveren waar mogelijk. Er is inmiddels een speciale subsidieregeling ‘begaafde leerlingen in po en vo’, samenwerkingsverbanden moeten over een hoogbegaafdheidsspecialist beschikken en op de pabo’s wordt hoogbegaafdheid een vast onderdeel van het aanbod. Deze aandacht is hard nodig. Want (te) late signalering zorgt ervoor dat leerlingen zich niet optimaal kunnen ontwikkelen en dat ze vastlopen in het systeem, met soms zelfs schooluitval tot gevolg.

Binnen Onderwijs Maak Je Samen hebben we sinds een half jaar een eigen hoogbegaafdheidsspecialist in huis: Janneke de Wolf, onderwijskundig adviseur en ECHA-specialist in Gifted Education. Ze stond zelf jarenlang voor de klas. Naast haar baan als leraar volgde ze de Radboud International Training on High Ability (RITHA) en ontwikkelde ze daarvoor als eindproduct een integraal onderwijsaanbod voor hoogbegaafden. Dat paste ze vervolgens weer toe in de praktijk. Haar motto? Zoveel mogelijk hoogbegaafde kinderen helpen om zich optimaal te ontwikkelen.

Meer inzet op een hoger denkniveau

“Een belangrijke misvatting is dat een verrijkt aanbod voor hoogbegaafde leerlingen betekent dat de leerling extra werk na het basisaanbod krijgt, alleen dan een graadje moeilijker”, legt Janneke uit. “Het gaat er juist om dat je het basisaanbod compacter maakt zodat er tijd vrijkomt voor ánder aanbod op een hoger denkniveau.” Daarmee doelt ze op de taxonomie van Bloom, een handig kader voor differentiatie. De meest complexe niveaus van denken zijn analyseren, evalueren en creëren. “Die niveaus kun je op veel verschillende manieren aanspreken”, vervolgt Janneke. “Denk maar aan onderzoekend leren, het gebruik van denksleutels of door het stellen van rijke rekenvragen. Je kunt een kleuter vragen een sneeuwpop te tekenen die bestaat uit vier sneeuwballen. Maar je kunt de vraag ook zo stellen dat er meerdere antwoorden mogelijk zijn en de leerling kan analyseren en creëren: ‘Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er om sneeuwpoppen te maken met elf sneeuwballen?’ En terwijl de leerlingen met elkaar in gesprek zijn over alle mogelijkheden, kun jij als leraar doelgericht observeren.”

Hoogbegaafdheid uit zich niet op een eenduidige manier. Het ene kind stelt zichzelf duidelijke doelen, het andere zal zich conformeren aan de groep en weer een ander vermijdt uitdaging. Een tweede misvatting is dat hoogbegaafde kinderen altijd hoge scores laten zien. Maar door gebrek aan uitdaging kunnen hoogbegaafde leerlingen laag scoren op een toets en zelfs leerproblemen ontwikkelen. Janneke: “Betts en Neihart hebben in zes profielen de kenmerken van hoogbegaafdheid bij kinderen heel verhelderend omschreven. Het is belangrijk om deze leerlingen echt te zien en naar de zone van naaste ontwikkeling te helpen met uitdagende leerstof. Pas dan zullen zij buiten hun comfortzone treden en kunnen zij leren leren. Als dat niet gebeurt, kunnen er in hun latere schoolloopbaan problemen ontstaan. Want leerlingen die met weinig moeite de basisschool doorlopen, oefenen nauwelijks met bijvoorbeeld leesstrategieën of met doorzetten. Moeten ze in het voortgezet onderwijs dan aan de slag met iets complex als Chinees of wiskunde, dan kunnen ze zichzelf ineens aardig tegenkomen.”

“Door gebrek aan uitdaging kunnen hoogbegaafde leerlingen laag scoren op een toets en zelfs leerproblemen ontwikkelen. ”

Het verhaal van de juf, de kano en de boekenhoes

In de praktijk merkt Janneke dat leraren vaak worstelen met invulling geven aan het verrijkend aanbod. Tip van Janneke: “Werk met open opdrachten en stel onderzoeksvragen. Ik heb aan leerlingen van ongeveer 6 jaar bijvoorbeeld een ‘probleem’ voorgelegd: ik wilde in een kano met mijn zoons, zij gingen roeien en ik wilde in de kano een boek lezen. De leerlingen analyseerden de effecten van water op de verschillende stoffen, wilden een boekenhoes maken, evalueerden hoe ze die het beste konden maken. Natuurlijk werd het gecreëerde product getest in de bak met water. We kwamen erachter dat het boek vastzat in de hoes, waardoor het omslaan van de bladzijden niet lukte. Dus opnieuw onderzoek, volop interactie en het eindresultaat mocht er zijn: een hoes waarmee mijn boek droog bleef én ik de bladzijden ook nog eens kon omslaan. Een prachtig proces: leerlingen het vertrouwen geven, hen onderzoek laten doen, hen de teleurstelling van een lekkende hoes laten incasseren, ideeën laten bijsturen, laten leren van en met elkaar. En dat met veel enthousiasme, betrokkenheid, leerervaringen en doorzettingsvermogen!”

Om te kijken welke leerlingen verrijking nodig hebben, is het helpend om formatief te evalueren. Wanneer leerlingen voorafgaand aan nieuw aanbod al laten zien het grotendeels te beheersen, is het volgen van instructies en de hoeveelheid inoefening uit de methode misschien niet meer nodig. Geef het kind hierin ook een stem. Dat betekent geen vrijbrief, maar wel een stukje eigenaarschap van de leerling over zijn of haar leerdoelen. “Leerlingen weten vaak zelf heel goed wat ze nog nodig hebben”, zegt Janneke. “Durf in oefenstof verantwoord te compacter te maken, zodat er meer tijd overblijft voor verdieping en verrijking. Dat is prima te integreren, mits je als leraar het klassenmanagement goed op orde hebt. Daarbij kun je altijd hulp vragen. Pas was ik op een school in Oegstgeest waarvoor ik, samen met een collega, twee bijeenkomsten ‘Stimulerend signaleren’ organiseerde. Daarin kwam aan bod hoe je kenmerken van een ontwikkelingsvoorsprong kunt signaleren bij kinderen, wat je dan als leraar kunt doen en wat dit betekent voor het aanbod. De leraren waren heel blij met de vertaling van theorie naar praktijk*; ze konden er daarna meteen mee aan de slag.”

*Van theorie naar praktijk, hoe dan?

  • Door formatief evalueren en kindgesprekken onderwijs- en ondersteuningsbehoeften helder maken.
  • Compacter maken van de inoefenstof (durf verantwoord te schrappen).
  • Zorgen voor vervangend en verrijkend aanbod (niet méér van hetzelfde) met behulp van bijvoorbeeld de taxonomie van Bloom, Denksleutels of Veertig vragen voor verrijking.

Handige tools

Veertig vragen voor verrijking

Denkbeelden

Nozie de nieuwsgierige

Taxonomie van Bloom

Aan het woord waren

Janneke de WolfAdviseur bij Onderwijs Maak Je Samen

Over

Janneke de Wolf, onderwijsadviseur bij OMJS, heeft gewerkt als leraar, als unitleider en hoogbegaafdheidsspecialist. Daarnaast heeft ze een integraal verrijkings-aanbod ontwikkeld voor po. Naast haar expertise op hoogbegaafdheid, is ze ook ervaren in kindgesprekken, formatief evalueren, onderzoekend leren, vernieuwend onderwijs, NT2, woordenschat en (begrijpend) lezen. Contact opnemen met Janneke kan natuurlijk ook, via janneke@onderwijsmaakjesamen.nl.

Aan de slag met (hoog)begaafdheid?

 

Training: Verrijk je onderwijs: Signaleren en verrijken

Training: Verrijk je onderwijs: Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong

Training: Verrijk je onderwijs: Klassenmanagement en differentiatie

Training: Praktijkspecialist meer- en hoogbegaafdheid

Close Menu

Onderwijs Maak Je Samen

Steenovenweg 50
5708HN Helmond

T: +31(0)492881157
E: info@onderwijsmaakjesamen.nl